Deze pagina is onderdeel van de installatie ‘Toren van Babel’ >> terug naar de introductiepagina
Oorlog op de Balkan
De Balkan heeft in de twintigste eeuw met grote regelmaat te lijden onder gewapende conflicten. Niet alleen de twee wereldoorlogen laten in dit deel van Europa diepe sporen na, ook de verschillende volkeren onderling nemen meermaals de wapens tegen elkaar op. Zo strijden zij, nadat zij in 1912 nog gezamenlijk een einde hebben gemaakt aan de Turkse overheersing, een jaar later in de Tweede Balkanoorlog onderling om de macht. Uit die strijd komt Servië tevoorschijn als overwinnaar. Belgrado wordt de hoofdstad van het koninkrijk en later van de republiek Joegoslavië.
Na de Tweede Wereldoorlog blijft de Balkan binnen de Russische invloedssfeer lange tijd gevrijwaard van oorlog. Maar na het uiteenvallen van Joegoslavië in 1991 blijkt de onderlinge rivaliteit groot. Op verschillende plekken langs hun gezamenlijke grens plegen Kroaten en Serviërs over en weer aanslagen, terwijl Servië intussen het deels islamitische Bosnië-Herzegovina probeert te veroveren, een poging die mislukt, maar die wel leidt tot de genocide op 8.000 Bosnische mannen in Srebrenica.
Sinds in november 1995 in Dayton een verdrag tussen de strijdende partijen wordt gesloten, heerst er een wankele vrede. Dat is ook het geval in Kosovo, dat zich in 1999 eenzijdig losmaakt van Servië. De onafhankelijkheid van de Kosovaren wordt echter niet door Belgrado erkend.
Slachtoffers sinds 1991: 140.000 en 14.000 vermisten
‘Srebrenica-Potočari Herinneringscentrum en Begraafplaats voor de Slachtoffers van de Genocide van 1995’
Plaats: Bosnië | Herzegovina, Potočari
Opening: 2017
Foto: The Jordan Times
Op de begraafplaats bij het herinneringscentrum liggen ruim 6.600 slachtoffers begraven. In totaal zijn in 1995 ongeveer 8.400 Bosnische jongens en mannen en enkele Kroaten door de Serviërs vermoord. Elk jaar worden nog nieuwe stoffelijke overschotten gevonden die na te zijn geïdentificeerd, worden bijgezet op de begraafplaats waar een monument met de namen van de slachtoffers herinnert aan de genocide. Het herinneringscentrum is gevestigd in het voormalige hoofdkwartier van de Nederlandse vredesmacht in Srebrenica (1994-1995).
‘Heldin’
Plaats: Kosovo, Prishtina
Ontwerp: Molos Architecten
Onthulling: 2015
Foto: Molos Architecten
Dit monument gedenkt de bijna 20.000 etnisch Albanese vrouwen in Kosovo die in 1998 en 1999 zijn gemarteld en verkracht door Serviërs tijdens de Kosovo-oorlog. Systematische massaverkrachting is een belangrijk wapen om gemeenschappen etnisch te zuiveren en te demoraliseren. Hiertoe hebben de Serviërs vaak aparte concentratiekampen opgezet, zoals zij dit eerder al deden in Bosnië. Tot op heden is nog niemand voor deze misdaden veroordeeld. De vrouwen dragen voor de rest van hun leven deze verschrikkingen met zich mee, zijn voor altijd mentaal en vaak ook fysiek, verminkt. Voor elke vrouw is een ‘medaille’ gemaakt, tezamen vormen zij het gezicht van de heldin van Kosovo.
‘Blauwe Tombe’
Plaats: Griekenland, Iona Nisia, Vido
Ontwerp: Niukola Krasnov
Onthulling: 1938
Foto: Opanak Newsletter
Nadat Servië in de winter van 1915-1916 is geannexeerd door Oostenrijk-Hongarije en Bulgarije, trekt het Servische leger zich terug naar Albanië. Duizenden rekruten die uitgeput zijn en lijden aan dysenterie, tyfus en longontsteking, worden naar het kleine eilandje Vido bij Corfu gebracht om epidemieën te voorkomen. Al in de eerste dagen sterven 300 soldaten. Door de rotsachtige bodem van het eiland is het nauwelijks mogelijk om graven te delven. Het dodental loopt later op tot boven de 5.000. Zij krijgen hun graf in de Ionische zee.
Monument voor de gesneuvelde strijders in Gostilj, tussen 1941 – 1945
Plaats: Montenegro, Gostilj, Danilovgrad Municipality, Piperi
Ontwerp: Cvetko Radovic
Onthulling: 1971
Foto: Marianne van Twillert-Wennekes
In 1799 wordt het kleine Montenegro voor het eerst onafhankelijk. Maar het blijft vechtlustig want het aast op een eigen open verbinding met zee. Dat lukt in 1878. Maar in 1918 volgt annexatie door Servië, waarna het land in 1926 deel gaat uitmaken van de monarchie Joegoslavië tot het in 1941 weer wordt bezet, nu door de Italianen en Duitsers. In de daarop volgende vrijheidsstrijd worden tienduizenden onschuldige burgers vermoord. In het nog geen driehonderd inwoners tellende dorp Gostilj verliezen 92 mannen tussen 1941 en 1945 het leven. Om hen te gedenken plaatsen de bewoners van Gostilj in 1971 dit monument in hun dorp.
‘Gebroken Landschap’
Plaats: Kroatie, Banovina, Čukur heuvel
Ontwerp: Petar Barišić
Onthulling: 2015
Foto: Ivan Dorotic & Maja Bosnic
De Kroatische fotograaf en cameraman Gordan Lederer documenteert voor de Kroatische omroep de onafhankelijkheidsoorlog. In 1991 wordt hij tijdens het filmen beschoten door een Servische sluipschutter. Als hij van de helling naar beneden rolt, wordt er weer doelgericht op hem geschoten. Ondertussen blijft zijn camera lopen. Een helikoptervlucht naar het ziekenhuis wordt hem geweigerd. hij overlijdt in de auto, onderweg naar het ziekenhuis. Het monument is een reusachtige cameralens met een kogelgat en toont het laatste beeld dat Gordon zelf zag.
Monument voor Rinas
Plaats: Kosovo, Istog, Mojstir
Ontwerp: onbekend
Onthulling: onbekend
Foto: Balkan Insight
De etnisch Albanezen in Kosovo streven al decennia naar een onafhankelijke staat, vrij van Servië. Wanneer de NAVO Kosovo in 1999 met bombardementen te hulp schiet, verdrijven de Serviërs in verhoogd tempo de Albanezen uit dorpen en steden. Op 6 april wordt Mojstir omsingeld en bestookt met granaten. Iedereen vlucht, maar Musaj en haar vijfjarig zoontje Rinas raken ernstig gewond. Opa is op slag dood, Rinas sterft de volgende dag. Circa 863.000 Kosovaren ontvluchten het land en er zijn 600.000 binnenlandse vluchtelingen. Ongeveer 13.000 mensen komen om, voornamelijk etnische Albanezen.