Oorlog in Zuidoost-Europa
In de tweede helft van de negentiende eeuw begint de macht van het Ottomaanse Rijk te tanen, terwijl Rusland tegelijkertijd opkomt als nieuwe grootmacht aan de zuidoost grens van Europa. In 1878 vechten de twee mogendheden hun zoveelste conflict uit.
Als gevolg van de Russische overwinning in deze twaalfde Russisch-Turkse oorlog raken de Turken delen van hun Europese gebiedsdelen, waaronder Bulgarije en Roemenië, kwijt. In Turkije leidt dit tot een opstand van officieren die de multi-etnische Ottomaanse samenleving omvormen tot een homogene natiestaat gebaseerd op agressief Turks nationalisme.
Tegelijkertijd verstevigen de Russen hun greep op de regio, niet alleen op de Balkan en Oekraïne, maar ook op gebieden in de Kaukasus, die deels in Turkse, deels in Perzische handen zijn. Na de Eerste Wereldoorlog laten de Bolsjewieken er geen gras over groeien en na een korte periode van zelfstandigheid worden Armenië, Azerbeidzjan en Georgië ingelijfd bij de Sovjet-Unie. Pas na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1990 worden deze landen opnieuw onafhankelijk.